VRAAG EN ANTWOORD 61-90

Vorige V&A (31-60)
Volgende V&A (91-120)
Meest recente V&A (151- )


90. Denise M. te fair.nl, 16 december 1999

V: Heeft u uw homepage alleen met HTML-codes gemaakt? Ik volg op het moment namelijk een cursus 'Websites maken en ontwerpen', maar dit gebeurt met behulp van een programma: Dreamweaver.

A: Ik heb ze met Composer van Netscape gemaakt, wat mij betreft een toereikend programma. Kleine veranderingen in al bestaande pagina's doe ik met CuteHTML. Wat ik nu van HTML weet is voldoende om web-pagina's te maken van het soort dat ik zelf prettig vind om te zien. Dat wil zeggen: met weinig fratsen. Ik heb hier en daar wel iets met animated gifs, applets, frames, achtergronden etc. gedaan, het is leuk om dat te kunnen, maar ik zie en maak toch liever sobere pagina's.

V: Wat doet u om uzelf (d.w.z. uw werk) te promoten. Doet u bewust aan (sorry, vreselijk woord) 'imagebuilding'? Denkt u dat er een grote discrepantie bestaat tussen hoe u gezien wil worden (als schrijver die een goed verhaal zo goed mogelijk wil vertellen, neem ik aan) en hoe u daadwerkelijk wordt gezien (niet iedereen heeft namelijk dat gewenste beeld van u)? Welk beeld denkt u eigenlijk dat 'men' van u heeft?

A: 'Men' bestaat niet. Ik doe niet aan imagebuilding. Wie zich in de openbaarheid begeeft zal er mee moeten leven dat veel mensen hem en zijn werk anders zien dan hijzelf. Ik schrijf en publiceer, de rest interesseert me steeds minder. Het gaat de goede kant op.


89. Remco B. te philips.com, 16 december 1999

V: In het kopje van de rubriek 'Vraag en Antwoord' spreekt U de lezer/vraagsteller op een zeer belerende en paternaliserende wijze toe. U wijst de potentiele vraagsteller er o.a. op het niet te waarderen  getutoyeerd te worden, ontmoedigt middelbare scholieren vragen over Uw boeken te stellen en maakt duidelijk dat men toch maar goed moet beseffen welke gunst U verleent aan de lezers met deze rubriek.

A: U bent een naar mannetje.

V: Deze houding vind ik meerdere keren terug in de soms arrogante wijze van beantwoorden van vragen. Als voorbeeld wil ik noemen V79, waarin gevraagd wordt waarom U het woord 'neuken' zo vaak gebruikt in Uw boeken, i.p.v. het in veel gevallen veel passender 'vrijen'. Op deze -mijns inziens- geheel legitieme vraag antwoordt U met 'schrijf je eigen boek' en 'leer eens spellen'.

A: Iedere vraag is legitiem. Sommige legitieme vragen zijn idioot.
    Ik zeg bij die vraag niets over spellen. Maar wie mij vraagt de moeite te doen om een vraag te beantwoorden mag op zijn minst zelf de moeite doen om de titels van mijn boeken goed te schrijven.

V: Mijns inziens dient een rubriek "Vraag en antwoord" er te zijn voor de LEZER/VRAAGSTELLER.

A: Mijn vraag en antwoord pagina is er omdat ik er plezier in heb hem te maken.


88. Bregje van G. te Eindhoven, 10 december

V: Mijn leraar gaat mij een vraag stellen waar ik het antwoord niet op weet.  De vraag is: 'Waarom is het ei goud?' Hij heeft ook gezegd dat niemand dat weet dan alleen u en hij. Ik dacht eerst dat het ei goud is omdat het door de ruimte zweeft en omdat er zo'n kleine kans bestaat dat die twee eieren op elkaar botsen. Want goud staat voor eeuwigheid. Dat vond hij op zich wel een goed antwoord maar er was een beter antwoord.

A: Die weet een boel zeg, die leraar van jou!
    Goud 'staat' niet ergens voor. Je kunt van de elementen opzoeken wat hun soortelijk gewicht is, hoe hun atoomkern is opgebouwd, hoe ze met andere elementen zullen reageren, maar niet waar ze voor 'staan'. Voor de zoon van een goudzoeker zal goud ergens anders voor staan dan voor de dochter van een zilversmid. Hoe kan jouw leraar weten wat mijn ervaringen met goud zijn?
    En laat hij bedenken dat interpretaties interpretabel zijn.


87. Hein S. te multiweb.nl, 5 december 1999

V: Waarom zijn uw boeken literair, terwijl ze toch voor iedereen te begrijpen zijn?

A: Dat terwijl veronderstelt een tegenstelling - het is ver gekomen met de opvatting over literatuur in Nederland.
    Mijn boeken zijn zeker aan de oppervlakte voor iedereen te begrijpen - daar stel ik hoge prijs op. Soms denkt daardoor een oppervlakkige literatuurcriticus dat ze oppervlakkig zijn.


86. Daphne B. te Euronet.nl, 5 december 1999

V: Bent u van mening dat elke recensent altijd zijn/haar oprechte mening over een boek geeft, of is het in sommige gevallen ook wel eens een kwestie van pennenmacht en frustratie?

A: Ik geloof zeker dat recensenten in principe een eerlijke mening geven. Maar niemand heeft nog ooit een recensie geschreven die niet veel liever zelf een gerecenseerd schrijver zou zijn. Een enkele recensie is doelbewust oneerlijk. Dat kan uit frustratie zijn, vanwege persoonlijke wraak, of zelfs als gimmick. Het Parool had een tijdlang iemand in dienst die de opdracht had boeken even waardeloos te vinden als hij zelf was.
    Dat eerlijke recensies niet altijd zinnig zijn spreekt vanzelf.

V: In hoeverre hebben minder lovende recensies invloed op uw werk en humeur?

A: Ik heb gunstige recensies van mijn werk gelezen waarbij ik in stilte naar mijn voorhoofd wees. En ongunstige waarvan ik moest toegeven dat er iets inzat. Maar in het algemeen neig je er natuurlijk toe het eens te zijn met gunstige, en oneens met ongunstige recensies. Van heel erg domme ongunstige recensies spring je uit je vel. Maar dat is zo voorbij, en veel gevaarlijker zijn lovende recensies - trouwens ook lovende reacties van gewone lezers. Die zouden je in de verleiding kunnen brengen het bewonderde in je werk een volgende keer herhalen, louter om die bewondering nog eens te oogsten.

V: Denkt u dat recensies in het algemeen een grote invloed hebben op het lezersaantal?

A: In de uitgeverswereld geldt de wet dat het aantal vierkante centimeters dat de recensie beslaat meer invloed heeft dan de inhoud ervan - maar die invloed is niet groot.


85. Yilmaz B. te globalxs.nl, 30 november 1999

V: Heeft Vertraging nou een auctoriale verteltrant of niet. Want mijn leraar Nederlands zegt dat dat niet zo is en in veel verslagen op het Internet staat dat dat wel zo is. Nou is mijn vraag: wat is het perspectief van de vertraging? Is het nou auctoriaal of niet?

A: Waarom moet je nu al je plezier in literatuur laten bederven? Dat kan toch wel wachten tot je Nederlands studeert?


84. Huub de la H. te concepts.nl, 26 november 1999

V: Voor onze leraar Nederlands moeten we uw boek "Vertraging" beoordelen. We moeten o.a. zeggen of we uw boek literatuur of lectuur vinden. Graag zou ik eerst uw beargumenteerde mening over deze kwestie horen, voordat ik persoonlijk mijn oordeel uitspreek.

A: Niemand weet wat literatuur precies is, maar wie de vraag interessant vindt bewijst daarmee er geen verstand van te hebben. In praktijk worden die termen op een simpele manier gebruikt; met literatuur bedoelt je leraar: iets dat waarde heeft, en met lectuur bedoelt hij: troep. Je vraag komt er dus op neer dat in jouw klas de veronderstelling aan de orde komt dat het tinnef is wat ik schrijf - en nu krijg ik van jou de kans me daartegen te verdedigen?
    Soms lacht alles je toe.


83. Kees van V. te hotmail.com, 24 november 1999

V: Zijn er woorden waar u een hekel aan hebt en die u daarom nooit zult gebruiken in uw boeken?

A: Ja, maar ik kan er nu even niet opkomen.

V: Wat brengt u ertoe om een roman al na zeg een bladzijde of twee voorgoed dicht te slaan? Of leest u andermans boeken altijd trouw uit?

A: Natuurlijk niet. Er zijn talloze manieren waarop iets slecht kan zijn, soms is één zin genoeg, maar soms moet je even wennen en vind je iets na een slecht lijkend begin toch goed.

V: Zijn er Nederlandse essayisten die u graag leest of zelfs bewondert?

A: Karel van het Reve, Kousbroek, Hermans, Brandt Corstius, Hofland...

V: Gelooft u in de vrije wil?

A: De vrije wil is een handige werkhypothese, maar het is makkelijk te bewijzen dat hij maar een illusie is. Probeer, als je 's ochtends in bed ligt, maar eens op te staan omdat je dat wilt. Dat lukt niet—het ene moment lag je nog te willen, het volgende moment merk je te zijn opgestaan.


82. Renzo V. te hotmail.com, 19 november 1999

V: Wat vind je uitgever ervan dat jij verhalen van jezelf op het net zet. Ziet hij het als een soort concurrentie of juist een stimulans voor de verkoop van je boeken?

A: Voor de paar dingen op mijn Website waarvan mijn uitgever en ik het copyright delen heb ik haar uiteraard toestemming gevraagd om ze daar te mogen plaatsen. Zij vindt het wel aardig dat ik dat doe. Maar van concurrentie, of juist van stimulans voor de verkoop, zal nauwelijks sprake zijn, daarvoor is het bezoek aan zo'n website te gering. Van de websites van afzonderlijke Nederlandse schrijvers wordt de mijne (in ieder geval op het overzicht van NedStat) het drukst bezocht, maar dat komt neer op zo'n 30 tot 100 bezoekers per dag van de hoofdpagina, en niet meer dan 4 of 5 van de afzonderlijke verhalen. Dat zijn geen aantallen waarbij concurrentie of stimulans een rol gaat spelen.

V: Zie je evt een toekomst waarin bezoekers van je site gaan betalen om een column of een verhaal van je te lezen.

A: Zeker niet. Dat zou kansloos zijn, en dat is ook helemaal niet mijn bedoeling. Ik maak mijn site alleen om het plezier van het maken; de oude droom van je eigen krantje. Zie ook mijn verhaal: Waarom een homepage.


81. 14 november 1999: '... het heeft een verhaal, nou ja, dat màg van mij...'

(Bas Heijne in 'Zeeman met boeken' over 'De Passievrucht' van Karel Glastra van Loon)


80. 14 november 1999: 'Praten..., als ik alles zo zou kunnen als praten...'

Trots! Pas nu zie ik dat het andere citaat op de cover van dat buitengewoon aardige boekje van Henk Davidse, 'Je moet schieten, anders kan je niet scoren, en andere citaten van Johan Cruijff' (BZZTôH, 1998) afkomstig is uit een interview van mij met hem, in 1967, voor het jeugdblad TIQ. Het was een van mijn eerste publikaties, en een van zijn eerste interviews.
    'Praten..., als ik alles zo zou kunnen als praten...'—geniale uitspraak, voor een geniale voetballer van 19 jaar.
    Johan en zijn broer Henny woonden toen nog thuis, bij hun moeder tegenover het oude Ajax stadion in de Weidestraat. Zij zat er ook bij, voorin de huiskamer terwijl wij achterin aan de eettafel zaten, maar ze hield de boel goed in de gaten. Toen ik Cruijff vroeg of hij het nieuws volgde, andere belangstellingen had, begon hij over zijn bewondering voor de Grote Treinroof die een paar jaar daarvoor in Engeland had plaatsgevonden.
    'Johan, dat kan je toch niet zeggen, voor de krant,' zei zijn moeder. Hij verdedigde zich een beetje, maar ik heb het niet gebruikt.
    Geen journalistenbloed.


79. Frans V. te wxs.nl, 6 november 1999

V: U gebruikt in het boek 'de vertraging' meerdere malen het woord 'neuken'. Waarom? Het haalt meteen alle romantiek uit het boek. Vrijen vind ik mooier om te lezen.

A: Schrijf je eigen boek. En begin ermee de titels van de mijne juist op te schrijven voor je zulke idiote vragen stelt.


78. Jan van A. te westbrabant.net, 3 november 1999

V: Hoe bent u op het idee gekomen om Vertraging te schrijven?

A: Ik maakte ooit, onderweg van Texas naar Nederland, een tussenlanding in Minneapolis. Er was tijd genoeg om de stad in te gaan, en dat deed ik. Ik vond het fascinerend rond te lopen in een stad waar ik niets te zoeken had en waar ik waarschijnlijk ook nooit meer terug zou komen. Alsof ik in een andere werkelijkheid was, een tijdreis had gemaakt naar het heden. (Die formulering komt ook voor in Vertraging.) En ik maakte ergens een aantekening: 'Tussenstop Minneapolis.'
    Dat was een van de ideeën die samen het idee voor Vertraging werden. Er waren ook veel andere.
    Je kunt ook zeggen: alle invloeden die je in je leven hebt ondergaan hebben bijgedragen tot het idee voor je boek. Hoe zou het anders kunnen zijn?

V: Waarom gebruikt u in het algemeen en in dit boek zoveel flash-backs?

A: Intuïtie. De flashbacks gebruiken mij, om het verhaal verteld te krijgen.

V: Is Vertraging een veel gelezen boek door de jeugd? Ja/nee hoe komt dat?

Het zit dit jaar in 'De Grote Lijsters', en dat is te merken.

V:  Wat vindt u nu na 5 jaar nog van het boek? (Leuk, goed enz)

A: Ik vind het een schitterend boek.

V: Vindt u het verhaal zelf realistisch?

A: Niets is vreemder dan de werkelijkheid. Alles kan gebeuren. Geen enkele roman is ooit precies zo gebeurd.


77. Geert-Jan K. te hotmail.com, 2 november 1999

V: Het Gouden Ei en De Grot lijken qua opbouw en structuur erg op elkaar, hoe komt dat u dit zo hebt gedaan? De zogenaamde succesformule die u gebruikt.

A: De schrijver die een 'succesformule' gebruikt is de naam niet waard.
    Het grootste compliment dat je een schrijver kunt maken is: Je hebt alweer hetzelfde boek geschreven. Maar het compliment is alleen geldig als hij het zelf niet had gemerkt.

V: Waar haalt u uw inspiratie vandaan om zulke meesterwerken te schrijven? (vooral De Grot)

A: De Grot: ver doorgevoerde fantasie over een kleine gebeurtenis uit mijn leven. Ik zou je die gebeurtenis kunnen vertellen zonder dat je enig verband met De Grot vermoedde.
    Gecombineerd met allerlei andere ingrediënten.

V: Bent u reeds al aan een ander boek bezig? (Misschien geheim begrijp ik best.)

A: Dat ik bezig ben is niet geheim, maar misschien niet zo interessant. Waarmee ik bezig ben is natuurlijk wel geheim, dat had je goed geraden.

V: Welk van de twee boeken vindt u zelf het beste?

A: Weet ik niet. Zou ik niet zeggen als ik het wist.

V: Kunt u iets vertellen van de stijl van beide boeken?

A: Nee. 'Stijl' is een van de vele abstracte zaken waar de schrijver zich niet om bekommert, en ook niet moet bekommeren. De stijl die hij heeft, heeft hij vanzelf, zoals zijn manier van lopen. Zie ook vraag 72.

V: In hoeverre speelt de liefde in beide boeken volgens u een rol?

A: Centrale rol. Maar ik zeg dit als lezer, dus het kan zijn dat ik er naast zit.


76. Richard B. te kabelfoon.nl, 31 oktober 1999

V: Hier is een vraag waar, volgens mij, alleen U het antwoord op weet! Beschrijf in het kort de relatie tussen werk en leven van de schrijver. Ik hoop echt dat U mij daar een antwoord op zou kunnen geven, want het is namelijk nergens te vinden...

A: Het werk is het leven van de schrijver.


75. Stefan de V. te reflexgroup.com, 27 oktober 1999

V: Het is een goed initiatief van u om een eigen website te beginnen. Maar het zou nog meer in de geest van het Internet zijn, indien u de integrale tekst van uw romans op uw site zou zetten.

A: Geslaagde poging om op deze pagina te komen.


74. S. te hetnet.nl, 25 oktober 1999

V: Ik ben benieuwd hoe jij als auteur aankijkt tegen 'wijzigingen' als je boek verfilmd wordt, en hoe 'flexibel' of 'inflexibel' je bent in de aanvaarding van ingrepen in de verhaalvertelling.

A: Ik ben heel flexibel. Met grenzen. 'Prachtig boek van u meneer Krabbé, dat Titanic. Maar dat zinkende schip hebben we eruit gehaald.'

V: Is er overleg of samenwerking met de betrokkenen?

A: Hangt er vanaf wie wat wil. In principe wel. Voor 'Spoorloos' (naar Het Gouden Ei) en 'De Grot' heb ik zelf de scenario's geschreven. In het algemeen zien regisseurs/producenten de schrijver van een boek natuurlijk wel als een bron van interessante informatie over het verhaal, en zullen ze daar gebruik van maken.


73. Theo S. te gelrevision.nl, 25 oktober 1999

V: halloo tim?
ben je daar    waar kan ik een sam vinden van je vertraging    alvast bedankt
mzzl


72. Jozef D. te planetinternet.be, 16 oktober 1999

V: Ik had graag geweten van tot welke stijlstroming het boek vertraging behoort.

A: Wil je alsjeblieft je leraar Nederlands verzoeken om je niet met zulke plezierbedervende, nutteloze, helemaal-niets-van-literatuur-begrijpende vragen op pad te sturen?


71. Radboud B. te skynet.be, 3 oktober 1999

V: Een collega vertelde mij dat de koers van De Renner in Meyrueis echt verreden is, dit neem ik direkt voor waar aan, en dat u die koers won. Volgens hem vond u het mooier voor het verhaal om tweede te worden. Is dit waar??

A: Nee. Maar het zal duidelijk zijn dat er in de wedstrijd van het boek een combine van overwegingen bestond die mij de overwinning onthield. Zie ook vraag 67.


70. Pascal L. te wxs.nl, 2 oktober 1999

V: Hoe bent u aan het onderwerp van Het Gouden Ei gekomen?

A: Zie vele vragen hieronder, en ook De Verdwenen Verdwijning elders op mijn site.

V: Wat wilde u met Het Gouden Ei bereiken?

A: Een goed boek schrijven.

V: Op welke manier bereidde u zich voor?

A: Verhaal overdenken, punten slijpen, papier kopen, verzonken raken, notities maken, reisgidsje over de Franse Autoroute bestuderen—maar toen was ik al aan het schrijven.

V: Hoe ging u tijdens het schrijven te werk?

A: Schrijven in een blocnoot, verbeteren, veranderend overtikken, verbeteren, veranderend overtikken...


69. Stefan H. te planetinternet.be, 28 september 1999

V: Ik moet voor Nederlands een werk maken van het boek Vertraging. We hebben ook de reisroute nodig die Moniek en Jacques hebben afgelegd. Zou u mij kunnen helpen aan zo'n wegenkaart met de reisroute?

A: Een leuke opdracht, maar het lijkt me de bedoeling dat je het zelf doet. Genoeg informatie in het boek. Wegenkaarten bij de goede boekhandel.


68. Martin K. te hotmail.com, 28 september 1999

V: Ik zou willen vragen of u mijn gedichten kritisch kunt bekijken.

A: Het spijt me, maar ik begin er niet aan. Stuur uw gedichten naar tijdschriften of een uitgever, dan krijgt u een oordeel dat waarde heeft, want als ze zeggen dat ze het goed vinden, dan moeten ze ook wat geld stoppen waar hun mond is. Veel succes!


67. Rob R. te casema.net, 17 september 1999

V: Onlangs beweerde mijn fietsenmaker, die uiteraard ook De Renner op zijn boekenplank heeft staan, dat de beschreven wielerwedstrijd niet door jou gefietst is. Is dat zo? Als dat zo is, neemt mijn respect voor jouw schrijverscapaciteiten alleen maar toe, want ik zou bijna zweren dat jij die wedstrijd werkelijk gefietst hebt.

A: Ik heb gewielrend, ik heb in Frankrijk gewielrend, ik heb op 27 juni 1977 een wedstrijd gereden met start in finish in Meyrueis, in het departement Lozère. Verder wil ik alleen zeggen wat ik al zovaak heb gezegd: de werkelijkheid is er voor de schrijver om te plunderen, niet om te gehoorzamen.


66. steff te student.kuleuven.ac.be, 15 september 1999

V: waarom heb je voor de naam 'ehlvest' gekozen voor saskia? onze leraar nederlands interpreteerde dit als een verbastering van 'heel vast' of 'geel vest', maar dit lijkt me nonsens. ik heb zelf ook wat gezocht achter jaan ehlvest en evt overeenkomsten met saskia, maar het enige wat ik over jaan te weten ben gekomen is dat hij bekend staat als een groot drinker.

A: Namen kiezen voor je personages is een hele kunst. Vestdijk was er slecht in, Hermans een meester. Maar waarom bijvoorbeeld Hermans' Zéwüster nou beter is dan Vestdijks Kropholler (ze hadden allebei nogal een voorkeur voor bizarre, maar bestaande achternamen) zou ik niet kunnen uitleggen.
    Ik kies namen meestal intuïtief, maar soms maak ik er grapjes mee. De renners in De Renner leenden hun namen o.a. van fietsenmakers in de omgeving en van de personages uit het door mij bewonderde 'L'épervier de Maheux' van Jean Carrière dat in die streek speelt. Namen met betekenissen probeer ik te vermijden. Maar niet altijd. Lemorne in Het Gouden Ei heet zo omdat dat ongeveer 'de doodse' betekent, waarbij het een mooie meevaller was dat het ook een omkering is van le norme. Omdat het een Franse naam was in een Nederlands boek, en het er dus niet zo dik bovenop lag, heb ik mij dat gepermitteerd.
    Rex heb ik zomaar Hofman genoemd, nooit meer over nagedacht. Jaren later, toen het boek allang verschenen was, realiseerde ik me dat die naam uit mijn brein moet zijn voortgekomen omdat Rex hoopt dat hij Saskia terug zal vinden. Hopen - hoffen - Hofman; de verwantschap is te sterk om toevallig te zijn.
    Saskia had ik in eerste instantie Wagter genoemd, omdat ze op Rex wacht. Later vond ik dat een beetje flauw en heb ik Ehlvest gekozen, maar in de film Spoorloos heet ze weer Wagter. (Inderdaad, Egon van De Grot heet ook Wagter; hij wacht ook. Toen dacht ik: what the heck, laat ik die naam alsnog gebruiken.) Op Ehlvest ben ik inderdaad gekomen door de schaker. Terwijl ik aan Het Gouden Ei werkte kwamen er bulletins van het Europees jeugdkampioenschap binnen. Daar deed Ehlvest aan mee, de eerste keer dat ik die naam zag. Ik vond het meteen een mooie naam. Had ik geweten dat Ehlvest later een vooraanstaand grootmeester zou worden, dan had ik die naam niet genomen, want nu lijkt het misschien of ik naar schaken wilde verwijzen.
    Heel vast en geel vest; inderdaad nonsens. Op scholen kreeg ik vaak te horen (op gezag van een uittrekselboek?) dat Saskia Ehlvest een anagram is voor: ' 't Leven is schaak'. Geen briljant anagram. Ik kom tot: 'T LEVE IS SHAAK. Alsof ik, als ik dat had gewild, geen kloppend anagram had kunnen maken.


65. Russell A. te wirehub.nl, 3 augustus 1999

V: Je hebt ooit in een interview gezegd dat er ergens een foutje in Vertraging zat, dat je een zondag beschrijft die na nauwkeurige lezing geen zondag kan zijn. Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig of je sinds het verschijnen van de roman post hebt gekregen van lezers die het ontdekt hebben.

A: Nee, nooit. Het is een leuk soort vraag; het soort vraag dat Nabokov stelde in zijn literatuurcolleges. Leve de leraar die zijn klas eens vroeg een plattegrond van het benzinestation van Het Gouden Ei te tekenen; leve de leraar die zou vragen: 'Er wordt in Vertraging een weekdag met name genoemd. Ga na of dit kan kloppen.'


64. Loes de V. te hotmail.com, 24 juli 1999

V: Ik moet in mijn werkstuk een eigen slot aan het open einde van Het Gouden Ei schrijven. Dit lijkt me ontzettend moeilijk, omdat ik de diepere betekenis van het boek niet echt kan achterhalen.

A: Open einde? Het Gouden Ei heeft helemaal geen open einde. Ik haat open eindes; in ieder boek moeten de raadselen van het eigen kleine universum worden opgelost. En hoe kom je erbij dat je een diepere betekenis moet weten om een verhaal te kunnen schrijven? Dat is de omgekeerde wereld. Bedenk eerst een verhaal, dan misschien de diepere betekenis.


63. Hans de G. te worldonline.nl, 11 juli 1999

V: Heb je uit de (professionele) wielerwerld door de jaren heen veel reacties gekregen op de renner?

A: Niet veel, maar wel sommige, en leuke. Hennie Kuiper zei me eens dat hij het twaalf keer heeft gelezen. Maarten Ducrot zegt dat hij door De Renner is gaan wielrennen, en citeert er in bijna ieder interview uit. Knetemann schonk mij een flaptekst: Tim Krabbé heeft HET gevoeld. Hij heeft HET meegemaakt. Daar ben ik erg trots op. Maar er zijn ook profrenners over wie ik heb gehoord dat ze het romantische onzin vonden.


62. Jan Donkers in NRC/Handelsblad, 18 juni 1999

In een stuk over Gore Vidal schrijft Donkers: Zijn dédain jegens de 'onderwijzers' die niet inzien dat van alle literaire vormen die van het goed geconstrueerde verhaal de moeilijkste is, is peilloos diep.
    Mee eens, maar ik zou eraan toe willen voegen dat het zelfs omgekeerd is: een geslaagde constructie, de boeiendheid van een verhaal, wordt gezien als bewijs dat dat verhaal verder niets te bieden heeft.


61. Tuur V. te xs4all.nl, 18 juni 1999

V: Onlangs ben ik tegen Kitty D. opgelopen, en ik heb het gelezen, ik vond het best aardig, ik heb het in één ruk uitgelezen. Hoe lang wilde u al een boek schrijven, voordat De Werkelijke Moord uitkwam?

A: Het kwam uit in 1967. Zeker al vanaf 1957 (ik was toen 14) had er ervan gedroomd dat er ooit een boek van mij in de winkel zou liggen.

V:  En waarom ging uw debuut juist over Kitty D. en haar 'kennissenkring'?

A: Ik fantaseerde over iets, en toen kwamen ze tevoorschijn. Ik had meteen zin om over ze te schrijven.


© Tim Krabbé 1999

Bovenkant pagina
Vorige V&A (31-60) | Volgende V&A (91-120) | Meest recente V&A (151- )
Voorpagina |